Kaart (cartografie) - Suðuroy (Suðuroyar sýsla)

Suðuroy (Suðuroyar sýsla)
Suðuroy ('Zuidereiland', IPA:, Deens: Suderø) is het zuidelijkst gelegen eiland van de Faeröer. Wat betreft oppervlakte staat het op de vierde plaats, na Streymoy, Eysturoy en Vágar.

Suðuroy vormt een zogenoemde sýsla (regio) van de Faeröer. Tot deze sýsla behoort ook het voor de noordoostkust van Suðuroy gelegen onbewoonde eiland Lítla Dímun. Tussen beide eilanden ligt de zeestraat Suðuroyarfjørður, de Zuidereilandfjord, die echter eigenlijk een sund is en die Suðuroy van de rest van de archipel scheidt.

De meeste dorpen op Suðuroy liggen aan de oostkust. De westkust rijst daarentegen steil uit zee op. Hier zijn de zeevogelkolonies op de kliffen relatief gemakkelijk te bereiken.

De belangrijkste plaats afgezien van Tvøroyri (inclusief Froðba en Trongisvágur 1711 inwoners(2006)) met zijn lintvormig aaneengegroeide bebouwing langs de Trongisvágsfjørður, is het dorp Vágur (1405 inwoners (2006)). Dit ligt 25 km rijden ten zuiden van Tvøroyri en dient niet te worden verward met het eiland Vágar.

In het noordelijk deel van het eiland bevinden zich de vissersdorpen Sandvík en Hvalba. Beide dorpen liggen aan een diepe zandige baai. Van hieruit is er een goed uitzicht op het kleinste en enig onbewoonde eiland van de eilandengroep: Lítla Dímun, dat aan de als harde werkers bekendstaande boeren van Hvalba toebehoort. Vanuit Sandvík is een indrukwekkend deel van de steil aflopende westkust eenvoudig te bereiken.

Porkeri ten oosten van Vágur geldt als een van de schilderachtigste plaatsen op de Faeröer. In Hov, net ten noorden van Porkeri woonde ooit de Gode (soort hoofdman) Havgrímur. Zijn grafheuvel is een overblijfsel uit de Faeröerse Vikingtijd. In Fámjin aan de westkust hangt niet alleen de alleroudste vlag van de Faeröer, maar wordt door de aanwezigheid van de Fámjinssteinur, een runensteen uit de 16e eeuw aangetoond dat het runenschrift hier na de reformatie nog in gebruik was.

De bij Sumba in zee gelegen rots Sumbiarhólmur vormt de zuidelijke afsluiting van de Faeröer. De omgeving van de vuurtoren van Akraberg kan worden aangemerkt als de zuidelijkste plek op het Zuidereiland zelf. Ooit woonde hier een afgezonderde groep Friezen, waarvan wel werd beweerd dat het piraten of niet bekeerde heidenen waren. Het volgende land op dezelfde lengtegraad zijn pas weer de Schotse Hebriden, die door de Faeröerders Suðuroyggjar (Zuidereilanden) worden genoemd. In de Faeringersage komt een Einar van de Zuidereilanden voor, die weliswaar op Suðuroy woonde, maar klaarblijkelijk afkomstig was van de Hebriden of het Isle of Man.

Bijna nergens op de Faeröer is het dramatische landschap van zo nabij te beleven als langs de steile rotskust aan de zuidwestzijde van het eiland in de omgeving van de berg Beinisvørð. In de maanden juni en juli kunnen vooral ook vogelaars hier hun hart ophalen aan het Faeröerse vogelleven.

Een geologische bijzonderheid op de overigens grondstofarme eilandengroep, is het voorkomen van steenkoolreserves op Suðuroy. In de omgeving van Hvalba in het noordwesten van het eiland is de enige mijn van de archipel. Onder deze steenkoollaag bevindt zich het oudste basaltgesteente van de eilanden. Hieruit bestaat ook het zuiden van het eiland. Inmiddels is bekend dat zich hier onder het continentaal plat aardolie- en aardgasreserves bevinden. Met opbrengsten van de voorgenomen ontsluiting van deze reserves hebben de Faeröer zich eind jaren 90 rijk gerekend en de volledige onafhankelijkheid van Denemarken leek onder handbereik. Hoewel het nog steeds mogelijk is dat met booreilanden voor de kust van Suðuroy een deel van deze olie zal worden gewonnen, lijkt sinds de economische crisis van 2008 een zelfstandige Faeröerse staat verder weg dan ooit. Hoogste berg is de Gluggarnir (610 m), er zijn 55 bergtoppen op het eiland.

 
Kaart (cartografie) - Suðuroy (Suðuroyar sýsla)
Land (geografie) - Faeröer
De Faeröer (Faeröers: Føroyar; Deens: Færøerne) zijn een eilandengroep, gelegen in de noordelijke Atlantische Oceaan in de driehoek Schotland-Noorwegen-IJsland. De archipel is een autonoom onderdeel binnen het Koninkrijk Denemarken dat niet bij de Europese Unie hoort. De naam Faeröer betekent waarschijnlijk Schapeneilanden (Deens: får betekent schaap; øer eilanden). Er wonen mensen, van wie een kleine 40 procent in de hoofdstad Tórshavn. De plaatselijke Noord-Germaanse dialecten, verwant aan het IJslands, zijn gestandaardiseerd in het Faeröers.

Voor de komst van de Vikingen waren er al perioden geweest dat de eilanden bewoond waren. Ook zijn de eilanden mogelijk in de 6e eeuw bezocht door de Ierse monnik Brandaan van Clonfert. Dicuil, een andere Ierse monnik, zou de eilanden in de 9e eeuw bezocht hebben. Vanaf 800 vestigden de Vikingen zich op de eilanden. Waarschijnlijk kwamen zij niet rechtstreeks uit Scandinavië maar uit Vikinggemeenschappen in Ierland en de noordelijke eilanden van Schotland. Later die eeuw kwamen er ook immigranten uit Noorwegen die het regime van hun koning Harald I wilden ontvluchten. In de 11e eeuw vond een strijd plaats tussen de clan van de noordelijke eilanden en Sigmundur Brestisson, de leider van de zuidelijke eilanden. Deze laatste vluchtte naar Noorwegen en werd door koning Olaf I teruggestuurd met een vloot om de eilanden terug te veroveren waarna deze onder gezag van de Noorse koning kwamen. Sigmundur heeft hierna de eilanden gekerstend. Deze vroege geschiedenis is beschreven in de Færeyinga saga, de oudste historische bron van de Faeröer.
Valuta / Taal  
ISO Valuta Symbool Significant cijfer
DKK Deense kroon (Danish krone) kr 2
ISO Taal
DA Deens (Danish language)
FO Faeröers (Faroese language)
Buurt - Land (geografie)  
Bestuurlijke indeling
Land, State, Regio,...